Dorpsgenoten, of eigenlijk: gehuchtsgenoten. Eerder had ik het al over onze overburen, die, op zun zachtst gezegd, een beetje vreemd zijn. Wel aardig hoor, maar je moet ze wel een beetje op een afstand houden. Ze stinken namelijk een beetje, omdat ze zich niet regelmatig wassen. Of naar de wc gaan…
Wie we ook een beetje op een afstand moeten houden, is een streekgenoot. Niet uit ons gehucht, zelfs niet uit ons dorp, maar uit een dorpje zo’n 4 km verderop. Laat ik m even een fictieve naam geven: Jean-Olivier, dat leest makkelijker.
Jean-Olivier is dus ook een beetje vreemd. Jager. Gepensioneerd. Ex-La-Poster’er. En dronken. De hele dag. Maar desondanks rijdt hij vrolijk rond in zijn 45-km-autootje. Met een rode kop van de drank achter het stuur, toeterend als tie langs rijdt, en dat is zo’n 6 keer op een dag. Was, eigenlijk, want tegenwoordig zien we hem niet meer langskomen. Vroeger, dat is tot zo’n 3 maanden geleden, ging hij altijd naar de buren, om te aperitieven. ’s Middags om 12 uur, en ’s avonds om 18 uur. Daar kon je de klok op gelijk zetten. En als we even niet opletten, stond ie ook bij ons op de stoep! Gelukkig hoorde je zijn autootje al van verre aankomen, dus meestal hadden we tijd genoeg om weg te duiken achter de stoelen of het huis in te vluchten . Van onze buurman kregen we de tip om hem, in geval van nood, rosé voor te schotelen. Dan ging hij namelijk weg. Vond ie niet lekker
.
Wat drinkt Jean-Olivier dan wel? Tja, het is op en top een Fransman, dus heeft hij altijd een fles Pastis 51 bij zich. En omdat hij die fles toch al bij zich heeft, nodigt hij zichzelf zonder schroom uit bij iedereen die toevallig aan tafel zit. Is het tuinhek dicht? Jean-Olivier doet dat zelf wel open. Is de voordeur dicht? Jean-Olivier doet ook die zelf wel open. Waarschijnlijk heeft ie die tik overgehouden aan zijn La Post-periode.
Als Jean-Olivier eenmaal aan tafel zit, hoef je er alleen wat water bij te zetten, en hij gaat zijn gang. Hoofdzakelijk met drinken, zitten, soms iets onverstaanbaars brabbelen, en nog langer blijven zitten. En precies dat is wat op den duur de buren ging storen. Want ook zij zijn bezig met klussen en verbouwen. Maar als Jean-Olivier er is, wordt er niet geklust. En dat niet-klussen kon oplopen tot zo’n 6 (!) uur per dag! En dat is, ook voor Fransen, zonde van de tijd! Daar hebben ze nu dus paal en perk aan gesteld. Jean-Olivier is niet meer welkom. Al die rosé, dat kostte handenvol geld .
2 reacties tot nu toe ↓
1 Dorie // Oct 28, 2008 at 00:39
jou streekgenoot is toch niet toevallig onze buurman…? Komt altijd even buurten, houd van een borrel, reed een rood autootje tot voor kort -heet jawel Olivier… Nee toch niet, hij is geen gepensioneerde expieterpost en zijn auto gaat sneller dan 45km..
2 Martin // Nov 19, 2008 at 00:39
Je kunt nu ook even kijken of je nederlandstalige dorps- of streekgenoten kunt vinden op http://ook-in-frankrijk.nl
groetjes,
Martin
Plaats een reactie